de Laiki & oorsprong

Men kan dus op gerede gronden aannemen dat het jagersvolk van de taiga ook de oorspronkelijke fokker is van de Laika. Een natuurhond vindt daar zijn aanpassings- en zijn gebruiksgebied en onmiskenbaar de basis van de Laika.

De oervorm van de Laika vindt men in ontelbare variaties binnen het hele sparrenbos gebied rondom de poolcirkel. - van Scandinavië tot Canada - Een van de sterkste gemeenschappelijke kenmerken is dat men binnen het gehele regio honden aantreft die onmiskenbaar Jämthund kenmerken hebben (wolf) en  soms zo absoluut dat zij op een Scandinavische tentoonstelling in de prijzen zouden kunnen vallen. 

 

Een Syrjänjager met zijn hond in het begin van de 19e eeuw

In de Sovjet Unie heeft men de laatste tijd een groot aantal lokale laikavarianten bijeengevoegd tot 5 rassen, Fins-Karelische, de Russi­sche-Europese, de West-Siberische en de Oost-Siberische. In de algemene zin kan men zeggen dat het spitskarakter opvallend is, dat alle kleuren zijn toegestaan zelfs dat ieder ras zijn gewenste kleur heeft en dat de schofthoogte varieert van 45 - 65 cm.

Het verspreidingsgebied van de Ost-Siberische Laika is ongeveer zo groot als Europa en bij de buitenste grenzen vindt men de overgangsvorm naar de poolspitsen. De Siberische Husky stammen van dezelfde honden af.

In het noorden hebben wij de tegenovergestelde weg bewandeld en zijn geneigd op de westerse manier  de eerste variërende details tezamen met het vaderland te voegen en we hebben 10 rassen gefokt, allen afstammend van de laika-soorten: de Finse Spits, de Finse rendierhond, de Karelische Berenhond, de Norrbottenspets, de Jämthund, Elandhond, Zwarte Elandhond, de Buhund, de Lundehund en de IJslandse hond.

Men heeft  aangenomen dat het noorden de bakermat van de noordelijke spitsen zou zijn, bovendien hebben wij het grootste aantal rassen binnen de groep. Maar wij moeten zo spoedig mogelijk een hard voorbeeld benut­ten.

Met het achterhouden van de betekenis van de oorsprong, type en gebieden waar ze aangewend werden, hadden wij genoegen kunnen nemen met twee duidelijk begrensde rassen - de grote elandhonden en de kleinere vogel­blaffers. Maar door de strenge internationale en typologische indeling had dat voor de hele laikagroep kunnen gelden.

Noord-Amerika heeft geen subpolar spitsras, maar drie polar-spitsrassen. Een duidelijke grens tussen de sub-polar en polar-spitsen is niet te vinden - in ieder geval niet een die zich in de grotere laiki en polar­rassen vertegenwoordigt.

De oorsprong van de laatsten hebben immers hun vroegste wortels bij de Ost-Siberische spitshonden.  De Japanse en Koreaanse spitsen worden beschouwd als komend oorspronke­lijk vanuit Siberië.

Samenvattend kan men zeggen dat de Laiki voortdurend aangetroffen werden in het hele noordelijke regio van naaldwouden, zelfs toen de mens de groep in zuiver begrensde rassen opsplitste.

 

bron: Nordliga Spetshundar

auteurs: Rune B. Samuelsson & Juho Perttola

vertaling: © kennel ‘fra Laikahuset’

            

 

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb