Wildspoor

 

 

 

DE KUNST VAN HET REGELEN VAN WILDSPOORPROEVEN. 

Ja, want dat is een kunst! In ieder geval vergt het een degelijke voorbereiding en handwerk alvorens een groot aantal proeven uitgevoerd kunnen worden. Allen die een hond trainen voor nazoekwerk en die de bedoeling hebben zelf proeven te beginnen, zullen baat hebben zelf te helpen bij een proef.

Het is erg leerzaam met iemand mee te lopen om een spoor uit te leggen voor andere honden en die het gebied kent.

 

Men leert veel over de andere manier van werken van andere honden en men kan van ervaren begeleiders bruikbare tips opdoen. Ten eerste kan men de manier van werken zien en vervolgens de argumenten van de keurmeester aanhoren waarom wel of geen prijs, verhoogd het begrip van het spoorwerk.

De aanvraag bij de NKK

Proeven kunnen georganiseerd worden door clubs of verenigingen, die aangesloten zijn bij de NKK (Norsk Kennel Klub). De NKK is verantwoordelijk voor het registreren en de verwerking van de resultaten; zij stellen de termijnlijsten samen en publiceren van de betreffende proeven. Jaarlijks kan in de herfst de aanvragen binnen een aangegeven termijn ingezonden worden voordat de proeven ten uitvoer gebracht worden. De aanvragen moeten uitsluitsel geven over tijd en plaats waar men denkt de proef te houden, het inschrijvingstermijn (gewoonlijk 2-4 weken) en de betaling. Bovendien een aanmeldingsadres voor degene die aan de proef willen deelnemen

of de Norges Jeger- & Fisker Forbund  (N.J.F.F.)

Wenst men geen aan een termijn gebonden proef te organiseren, dan zal men de aanvraag moeten richten aan de NJFF. Wees er op bedacht dat ook dit type proef d.m.v. publicatie bekend gemaakt dient te worden en dat de proeven openstaan voor honden van alle rassen. Daardoor is er geen gelegenheid een dergelijke proef te organiseren voor uitsluitend leden van een bepaalde jachtvereniging. De resultaten van eventuele geslaagden zullen ook van deze proeven naar de NKK gestuurd worden, die, zoals gezegd, de verantwoording daarvoor heeft.

Verantwoordelijkheid en werk                                                                              Wanneer een club of vereniging het op zich neemt om een collectieve proef te organiseren, moet men weten aan welke eisen moeten worden voldaan om dit te ontwerpen en voor te bereiden. Een wildspoorproef ofwel de jachtproef vergt de meeste voorbereiding van de organisatoren.

Is men zelf bezig geweest met een 25-30tal sporen, dan schrijft men gewoon in onder . . . . . .

Het houdt ook niet in dat binnen een club een of twee enkelingen een proef zouden kunnen organiseren. Men heeft een behoorlijke groep spooruitzetters nodig tezamen met een aantal sleutelpersonen die de kennis en ervaring hebben inzake alle facetten van het organiseren van een proef. Bedenk ook dat de deelnemers zich wellicht maandenlang hebben voorbereid en mogelijk een verre reis hebben ondernomen om te kunnen deelnemen. Wanorde, chaos, blunders en een slechte organisatie is niet aan serieuze hondengeleiders te verkopen. Dat kan leiden dat de NKK de proef weigert goed te keuren met alle gevolgen van dien zoals terugbetaling van de inschrijfgelden. Daarom moeten de voorbereidingen nauwgezet en met verantwoordelijkheid worden uitgevoerd!

Terrein                                                                                                                                      De eerste vraag die gesteld zal worden, is waar worden de proeven afgenomen? Men heeft een stuk bos nodig van behoorlijke afmetingen, tenminste enige tientallen Ha. Bovendien moet men beschikken over een kaart met de juiste van schaalgrootte. Heeft men het geluk een stafkaart te vinden, dan is die uitstekend geschikt vanwege zijn détails en kan dan een goed houvast geven aan spooruitleggers met weinig ervaring.

Men moet de grondeigenaren toestemming vragen om het bosgebied te mogen gebruiken. Dit is zelden een probleem daar de meeste grondeigenaren het belang begrijpen van nazoekwerk en de proeven daarvoor. Vanzelfsprekend houden de verantwoordelijke personen zich aan de bepalingen gedurende hun verblijf in het bos en de week ervoor tijdens de voorbereiding ervan. Tijdens de proefdagen wordt nadrukkelijk gesteld dat alle honden aan de lijn gehouden worden, ook wanneer zij niet aan de beurt zijn. De organisatoren moeten ten allen tijden er zorg voor dragen dat alle vormen van spoormerktekens, afval enz. na de proeven opgeruimd worden. Een goede verhouding met grond- eigenaren is goud waard, met gedachte dat in de toekomst nog meer proeven gehouden dienen te worden.

Keurmeester(s)

Wie zal de proeven keuren? Bij alle proeven moet een geautoriseerde/erkend keurmeester keuren. Een lijst van hen kan men aanvragen bij de NKK. Het is altijd verstandig geruime tijd voordien contact op te nemen met een keurmeester, veelal maanden van tevoren aangezien velen van hen reeds afspraken hebben gemaakt.

Het formele verzoek dient schriftelijk te gebeuren en de keurmeester zal e.e.a. schriftelijk bevestigen of hij/zij de keuropdracht aanneemt. Voor reisvergoedingen zijn vaste tarieven, deze kunnen bij de NKK opgevraagd worden. Verder is het gebruikelijk dat de organisator met de keur- meester bespreekt of de keurmeester dezelfde dag arriveert danwel de avond tevoren overnacht. Bedenk dat de keurmeester gast is van de organisatie en dat hij zijn vrije tijd beschikbaar stelt om Uw honden te keuren.

NKK-vertegenwoordiger

De NKK zal, na het verzoek van de organisatoren, zijn vertegenwoordiger in kennis stellen van de proef in de zijn regio. De keurmeester in kwestie moet goed op de hoogte zijn met spoorproeven en hij/zij mag niet zelf met een hond deelnemen aan de proef. De taak van de NKK vertegenwoordiger is er op toe te zien dat de proef volgens de regels wordt georganiseerd, contrôle op de papieren,tezamen met de keurmeester beslissen over 'einde proef' en probleemoplosser ingeval er meningsverschillen zouden ontstaan.

De NKK-vertegenwoordiger kan ook een 'keyman' zijn voor een geslaagde proef, wanneer de organiseerende club hulp nodig heeft om de juiste keurmeester te vinden. De NKK-vertegenwoordigers hebben de grootste bevoegdheid om de reglementen te interpreteren.

Spooruitleggers

Men heeft nu vastgelegd op welk terrein de proeven gehouden zullen worden en wie de proeven zal keuren. Dan is de volgende zet wie de spoorleider is, die verantwoordelijk is voor het coördineren van de spoorlegger(s) die hij rekruteert.

Men zal ook een proefleider benoemen, wat ook de spoorleider kan zijn. Deze heeft de eind- verantwoording van de proef en kan zelf geen hond voorbrengen. Dat kunnen wèl alle andere functionarissen incl. de spoorleggers.

De spoorleggers moeten met het bos bekend zijn en het strekt tot voordeel wanneer zijzelf eerder aan proeven hebben deelgenomen. Ondertussen moet men doorlopend mensen rekruteren en opleiden. Er wordt vanuit gegaan dat een spoorlegger verantwoordelijk is voor niet meer dan 2 tot 3 sporen, wat in de meeste gevallen een karwei is van om en de nabij een uur. Verder moet men voor zorgen dat de staf van de organisatie na  één proef niet op zijn gat gaat zitten!

Discipline is noodzakelijk en plicht is vanzelfsprekend wanneer de sporen in het gebied worden uitgelegd. Spoorleggers die het ene moment 'ja' zeggen en niet op komen dagen voor de volgende, zijn voor iedere organisator een nachtmerrie. Derhalve moeten organisatoren nauwgezet te werk gaan in hun keuze van functionarissen voor dit karwei en niet 'dwingen' of 'ompraten' om deze klus toch te doen. Kan men niet over voldoende mensen beschikken om e.e.a. te verwezenlijken dan moet men de proef begrenzen tot enkele sporen.

Training

Spooruitlegger moeten een grondige instructie gehad hebben, hoe een spoor eruit moet zien, wat het inhoud voordat men deze gaat uitzetten. De spoorleider moet er zeker van zijn dat al zijn medewerkers van de regels op de hoogte zijn en het terrein kennen waar de sporen uitgelegd zullen worden. Het kan een voordeel zijn om onervaren spoorleggers 2 aan 2 mee te laten lopen, opdat zij samen kunnen overleggen, discuteren en elkaar helpen met het berekenen van de afstanden, want het kan in het begin verbluffend moeilijk zijn. Of beter nog, zend een 'kersverse' nieuweling weg met een ervaren man. In een onoverzichtelijk of nauw gebied d.w.z. daar waar de sporen op een minimum afstand (200 mtr.) van elkaar af moeten worden gelegd, kan het in het begin makkelijk zijn dat alle sporen met reepjes crèpepapier worden gemarkeerd. In een later stadium is het de verantwoordelijkheid van de spooruitlegger te zorgen dat hij/zij het spoor kan terug vinden zonder markeringen. Onervaren spoorleggers mogen niet ingezet worden zonder dat zij eigenhandig gelijktijdig gemarkeerd worden! Het is van het ene moment op het andere gebeurd dat men op een parallel lopend spoor zit of dat dat op proefdagen 2 verschillende sporen elkaar kruisen, wat een andere nachtmerrie voor een spoorleider is.

Tekens en tips

Als uitgangspunt kan men het 'standaard'spoor gebruiken.(zie tekening) Het is echter zeer zelden het geval dat het gebied het toelaat dat het spoor met een passer en lineaal kan worden uitgelegd.

 

"Ettersøkshunden"       

ISBN 82-529-1932-4

Auteur: Anne Buvik                                                

vertaling: kennel 'fra Laikahuset'