Zweedse Lappenhond

De arctische hond is de geëigende hond voor de toendra's. Zonder noemenswaardig verschil in type, grootte, totaal indruk, vacht en kleur komt de hond voor in Scandinavië tot tenminste het noorden van midden Siberië bij het Tajmyrmeer en de uitmonding van de rivier de Jenisej.

Het gebied is identiek aan het gebied van de rendierhoudende Samen en dat van het Samojedenvolk. De arctische hond is de stamvader voor de Lappen- en Samojeden-hond.

 

De Lappenhond bestaat in het Noorden sedert voorhistorische tijden.

Uit de tijd van de Komsacultuur heeft men hondeskeletten gevonden van minstens 7000 jaar oud welke onmiskenbaar arctische kenmerken hebben. De hond was in die tijd en ver in het millennium uitsluitend een jachthond.

In het algemeen gelooft men dat het houden van rendieren behoorlijk oud is, maar dat is niet het geval. Deze ontwikkeling voltrok zich in de 17e eeuw maar tot de 19e  eeuw waren wilde rendieren veel belangrijker dan de getemde exemplaren, die dan meer dienst deden als 'lok'- en trekdier en als melkproducent.

Het was gebruikelijk dat een Lappenfamilie een tiental getemde rendieren hield maar eerst in de 19e eeuw werd het hoeden van tamme rendieren van groter belang in het gehele gebied van Noord Kalotten. De overgebleven wilde rendieren werden òf getemd òf uitgeroeid.

Het was dan ook in de hoedanigheid van jachthond die Lappenhond over de toendra's deed zwerven en zich daarbij tot het noordelijk gebied beperkte. Evenals de andere jagende spitshonden was hij een all-round jachthond.

Van N.A. Lundius, die in de 17e eeuw leefde, weten we dat: "De jachthonden van de Samen hebben een scala van eigenschappen en gewoonten bij verschillende soorten jacht en dientengevolge zijn ze zéér kostbaar!" Hij vertelt dat de honden op beren, wilde rendieren, otters, marters en eekhoorns jaagden maar tevens wordt er over gesproken dat goede jachthonden een gezocht handelswaar betekende. In de vroegere geschriften wordt nergens gesproken over herdershonden!

De verklaring is dan ook eenvoudig, in die tijd bestond nauwelijks het begrip van het houden van tamme rendieren zoals wij die hedentendage kennen. De jacht is altijd een absolute levensbehoefte voor de Samen geweest. Behalve dat het grootste gedeelte van het voedsel uit vlees van het wild bestond, waren de huiden de gangbare valuta bij elke transactie en tot aan de wisseling van de 18/19e eeuw het enige middel om de belastingen te betalen.

De Lappen werden tot de tijd van Gustav Vasa in het algemeen als slaven bezien van het laagste allooi hoewel zij de belangrijkste pels- en vleesproducenten waren. De situatie werd iets beter voor de Samen toen de koning hen onder zijn protectie stelde. Doch de zware 'boogbelasting'werd er niet minder om, in tegendeel, zij werd nog zwaarder.

Professor J. Schefferus uit Uppsala prijst in zijn werk "Lapponia" uit het jaar 1673 de intelligentie van de Lappenhonden en zegt dit op de volgende wijze: "zij zijn zo moedig en goed, dat zij niet alleen het wild opsporen maar het ook durven aan te vallen en te stellen en vermeld verder dat de hond als elandjager wordt gebruikt"

Aartsbisschop Olaus Magnus schrijft in het jaar 1543 in zijn werk 'Nordiska folkens historia' over de moedige jachthond der Samen.

Een andere kerkherder, J. Thorneus uit Nedertorneå verteld tegen het einde van de 17e eeuw over de jacht van de Lappen en zegt dat de honden de wilde rendieren in de val lokten.

O.P. Nieurenius, eveneens kerkherder, schrijft over de berenjacht van de Lappen en zegt dat de hond zeer behulpzaam was bij de jacht en bij het opzoeken van de beer in Maart en April wanneer de sneeuw nog erg hoog lag en het nog zeer geschikt was om te skiën.

Het jachtinstinct bij de Lappenhond ligt tamelijk dicht aan de oppervlakte.

Er zijn verschillende honden die goede jachthonden op de eland zijn geworden  maar ook als blaffende vogelhond hebben zij goede diensten bewezen. Uit historisch perspectief gezien is de Lappenhond een echte jachthond en geen hoeder van rendieren hoewel het verschil niet zo groot is.         

Bijna alle jagende spitshonden zijn eenvoudig af te richten, ze te laten gehoorzamen en zo kunnen dus goede veehoeders worden. Bij andere spitshonden rassen zijn daarvan vele voorbeelden te noemen welke heel populair geworden zijn.

De oorsprong en herkomst van de Lappenhond is een boeiende vraag.

Gewoonlijk gaat men er van uit dat de Lappenhond uniek is zonder directe ver-

wanten, wat echter niet geheel juist is. De oorspronkelijke Samojedenhond is verwant aan de oer-Lappenhond. Een kynoloog in de Sovjet Unie had nog afbeeldingen van Samojedenhonden uit de omgeving van de riviermonding Jenisey en die zijn als totaal indruk, in type, grootte, vorm van het hoofd zowel qua vacht en kleur daarvan, zéér dicht bij die van de Lappenhond.

Op een tentoonstelling in Leningrad waren eens twee Samojeden van het oorspronke-lijke type en ze hadden hetzelfde voorkomen als de Lappenhond in vroegere jaren. Bijgevolg een westelijker variant van de arctische spitshond uit de toendra's. Deze raspunten geven tegelijkertijd een aanduiding over de hoge ouderdom van het hondenras.

De arctische spitsen zijn origineel onder de spitshonden en getuigen dat zij zuiver zijn van andere honderassen. De Finse rendierhonden zijn waarschijnlijk een kruisingsprodukt van de arctische honden en de noordelijke jachtspitsen.De evolutie van de historie van de Lappenhond in Zweden strekt zich uit tot de eeuwwisseling toen een Zweeds/Noors comité‚ de Lappenhond registreerde als een zuiver Scandinavisch spitsras. Reeds in die tijd was de Lappenhond in aantal en in zuiverheid sterk teruggelopen.

De oorzaak hiervan was dat kruisingen hadden plaatsgevonden met diverse hondenrassen. De zuivere Lappenhond verminderde in aantal en de eigenschappen tot hoeden vergrootten zich.

De gewaardeerde Zweedse Lappenhond stamt af van honden die reeds lang geleden naar het Zuiden meegenomen werden. De fok van Lappenhonden ligt in de handen van fokkers in het zuiden. De Samen zelf gebruiken deze honden uiterst zelden en vertrouwen meer op hun eigen bloedlijnen die slechts bij uitzondering zuiver Lappenhondbloed hebben. Niettemin bevinden zich nog steeds langharige veehoedershonden bij de Samen.

De Lappenhond is tegenwoordig een goed vastgelegd hondenras, waarvan jaarlijks

± 200 tot 300 nieuwe inschrijvingen worden genoteerd. De toekomst is nu verzekerd.

De Zweedse Lappenhond is dan ook een goede vertegenwoordiger van de gewaardeerde arctische honden. Karakteristiek is het krachtig gevormde hoofd, de krachtige, bijna vierkante romp en tevens de lange afhangende vacht. Deze détails zijn de belangrijkste typische kenmerken van de arctische honden.

Er zijn echter ook problemen in het ras. Ten eerste is daar de erfelijke spierdystrofie die in veel lijnen voorkomt. Inmiddels heeft de Lapphundklubben effectieve maatregelen daartegen ingesteld.

De achterhand is een ander probleem, hij heeft te vaak weinig gehoekte achterbenen en staat teveel koehakkig, hoewel dit nog niet al teveel voorkomt. Dit is een gruwel voor iedere hond waarvan men een goed gangwerk, een grote beweeglijkheid en uit-houdingsvermogen eist. Voor een jachthond zouden deze fouten fataal zijn en feitelijk is het probleem net zo groot voor de Lappenhond.

Een ander gevaar is dat de hond een overdreven exterieur gaat krijgen. Er bestaat een tendens tot teveel vacht, d.w.z. een te lange vacht. Dit zou in vroegere tijden het werk van de hond zeer bemoeilijken.

In Finland was geen eenheid in type aanwezig om mee te fokken. In het begin van de dertiger jaren waren de stamhonden van onvoldoende kwaliteit. Bovendien kruiste men de Karelische Berenhond in dit ras om de zwarte kleur te versterken.

Het resultaat was de zo genoemde 'Kukkoharjuhunden' die in zuid Finland werden gefokt. De hond was dun en spichtig met een dunne vacht. Een tiental jaren geleden werden deze uitgesloten van de fok. Nu is men  weer begonnen bij het begin en gelukkig heeft men de oorspronkelijke hond kunnen behouden die zeer veel overeenkomst heeft met de Zweedse Lappenhond.

Een wezenlijk verschil is dat de Finnen meer kleuren tolereren doch hun hond heeft een beduidend betere achterhand. Thans ziet men daar zelden een hond met bijna rechte achterbenen en met naar buiten gedraaide voeten noch een nauw gangwerk van achter. Waarschijnlijk heeft men tegenwoordig in Finland honden die een belofte inhouden voor meer eenheid in de fokkerij.

In Noorwegen is de vraag naar de Lappenhond vanaf het begin van de eeuwwisseling hersteld, echter het resultaat is uitgebleven en de Noorse Lappenhond heeft vandaag de dag geen enkele mogelijkheid, ook niet de registratie ervan. De officiële Noorse hondenverenigingen hebben geen wezenlijke belangstelling voor de vraag getoond dan hoogstens de afgelopen jaren.

De Samen zelf hebben vroeger nauwelijks interesse getoond voor hun eigen honderas. Dat is dan ook de reden dat de Samen niet werden betrokken bij de problemen over de Lappenhond. Ook heeft niemand zich ingespannen om de Samen te engageren en zij waren dan ook in het geheel niet voorbereid om zich voor het ras te interesseren. Het is toch niet juist dat de Lappenhond en de fok ervan buiten de Samen en hun kultuuromgeving omgaat.

De hond behoort onvervreemdbaar tot de cultuur van de Samen en zij behoren een grotere invloed te krijgen over hun eigen ras. Met een beetje begrip en goede wil tot een compromis moet het probleem opgelost kunnen worden. Anders is het risico groot dat de Samen een eigen Lappenhond gaan ontwikkelen.

De laatste tientallen jaren heeft men eerst in Finland, maar ook in Zweden geprobeerd een kortharige rendierhoeder te lanceren van het type 'Jokkmokkshund' en de 'Menesjärvihund'. Tussen 1950 en '60 vroeg de toenmalige hondenschool Arméns een opgave daarvan, maar het werd een mislukking en alles verzandde. In Finland werkt men nog aan dit project. De vraag is of het de moeite loont omdat de hond een mengsel is van diverse spitshonden. Vanuit kynologisch oogpunt bezien oninteressant en vanuit cultuur gezichtspunt gezien zijn ze weinig aantrekkelijk voor de Samen. Daar doelmatig rendierhoeden ook in de toekomst mogelijkheden zal hebben, ofschoon het houden van rendieren niet langer inzet van honden verlangt zoals vroeger zou het wellicht beter zijn dat zij zich beter inzetten voor de Lappenhond opdat hij in de toekomst meer van dienst kan zijn in de rendierbossen.

Ten aanzien van de langhaar Lappenhond geldt voor Zweden als Finland dat men niet op een breder front het vertrouwen en support van de Samen wint. De hond belandde daardoor buiten het milieu waar hij zijn oorsprong heeft, zijn wortels liggen en zijn werkgebied is. In Noorwegen toonde men nog minder belangstelling.

De FKK heeft in vroeger dagen zich grote moeite getroost om deels alle rastypische honden te inventariseren en deels deze van de Samen te betrekken.

Deze reizen leidden langzamerhand tot in Noorwegen toe en schiep een verstand-houding met de Samen in noord Noorwegen. Zelf de NKK gaf zijn steun aan het Lappenhondenvraagstuk. Dit resulteerde dat men tezamen onder leiding van het Nordiska Samen instituut in Kautokeino een grote show op 12/3'77 organiseerde voor alle noordelijke rendierherdershonden.

Finland werd op dit feest vertegenwoordigd door zijn toenmalige voorzitter, Olli Korhonen, de NKK door Sören Haraldstad en de Samen door een gezelschap uit Kautokeino en Karasjokk. De Zweedse kennelclub was niet vertegenwoordigd. Zij zagen geen aanleiding tot het stellen van vragen over de problematiek van de noordelijke Lappenhond. Hierdoor viel de samenwerking uiteen en daarmee tevens de kynologische leiding die de interesse miste voor het probleem.

Echter onder alle omstandigheden is berichtgeving over de rendierLappenhond

buitengewoon belangrijk, niet in het minst voor Zweden zelf, omdat het aantal rendierhonden hier het meest omvangrijk zijn maar ook omdat men  ook in de toekomst nog rendierhoeders nodig zal hebben. Bovendien is deze traditie in de Samencultuur geworteld.

Op de tentoonstelling waren 52 honden, die samengekomen waren uit het gehele Karlottengebied. Het aantal bestond uit lang- en kortharigen en waren zwart, bruin, licht gele en bont van kleur.

Veel plechtige redevoeringen werden gehouden en de voorzitter van de gemeente Kautokeinos, de Lap Mathis M. Sara, sprak het volgende dankwoord uit: 

"De noordelijke rendiertentoonstelling is een feit en in zijn soort is het de eerste. Naar mijn mening zijn we op de juiste weg, dat wij als Samen zelf beginnen en tonen zelf voor de rendierhonden verantwoordelijk te zijn.

Het kan niet waar zijn dat mensen zonder rendierkudden de richtlijnen uitzetten hoe rendierhonden te fokken, daar wij ervan overtuigd zijn dat het werken met rendierhonden onwrikbaar verbonden is met het houden van rendieren. Het is daarom dat wij zelf de ontwikkeling ter hand moeten nemen. Buitenstaanders begrijpen niets van de eigenschappen van de hond die wij nodig hebben. Laat daarom geen probleem verzwegen blijven!" 

Sedertdien wordt de rendierhond samenkomst ieder jaar in Finland gehouden maar vooralsnog heeft het nog niets opgeleverd.

De goede voornemens gemaakt in Kautokeino zijn nog niet nagekomen ondanks de oproep over de Lappenhond die het Samen-instituut in 1977 naar de 2500 rendierhouders zond. Ook de samenwerking tussen de verschillende noordelijke hondenorganisatie's zou beter dienen te zijn. Maar de nieuwe stromingen in de Lappenhondproblematiek zijn dermate concreet dat de belangstelling van de Samen voor het eigen ras gewekt is. De oproep van het Samen-instituuut houdt ook in dat velen het probleem nu erkennen. Bovendien is de serieuze oproep om de rendierhonden in kaart te brengen tevens een uitdaging om actief aan het fokprogramma deel te nemen. De situatie is daarom interessant, in het bijzonder voor de Zweedse betrokkenen, omdat zij de meeste rendierhouders hebben maar eveneens een gevestigde en levensvatbare Lappenhond.

Hoe zal het de hond in de toekomst vergaan?

Zou het beter zijn ze geïsoleerd te houden van zijn cultuur en zijn oorsprongs-gebied?

Bestaat er de mogelijkheid om ze te doen samensmelten met de langharigen rendier-lappenhond wiens standaard ontegenzeglijk een grote mogelijkheid opent of iets dergelijks?

De Zweedse Lappenhond is een typisch arctische hond, met een zeer typisch hoofd, goede vacht en kleur en tevens is hij van een praktische grootte.

Wanneer de achterhand verbeterd kan worden en als men niet toelaat dat de vacht te lang wordt dan is dat een vertegenwoordiger van de Lappenhond die als richtlijn zou kunnen dienen voor de langharige rendierhond.

In dat licht bezien, moet het een haalbare oplossing zijn op de vraag: zou de Lappenrendierhond gefokt moeten worden door alle genoemde partijen, niet in het minst door de Samen. Het schijnt onnodig dat uit de 'oude' Lappenhond meerdere rassen ontwikkeld zouden moeten worden.

Met de wil tot compromissen en een goede samenwerking moet dit kunnen leiden tot een oplossing die voor de Lappenhond gunstig is. Voor allen die onbaatzuchtig werken aan de toekomst van de hond zou het een vanzelfsprekendheid behoren te zijn.

De langharige rendierhond en de Lappenhond zijn vrijwel indentieke honderassen die in ieder geval een gemeenschappelijke oorsprong en afkomst hebben.

 

bron: Nordliga Spetshundar

auteurs:      R.B. Samuelsson & J. Perttola 

vertaling: © kennel 'fra laikahuset'